
Chichén Itzá & Izamal
Chichén Itzá was een van de belangrijkste politieke en spirituele steden van de Maya's en is een van de zeven nieuwe wereldwonderen. Daarnaast staat de stad op de UNESCO Werelderfgoedlijst.
Chichén Itzá kende haar bloeitijd tussen de jaren 750 en 1200 (postklassieke periode) maar de eerste gebouwen, zoals 'La Iglesia' dateren van de klassieke periode (400 n.c.).
De bekendste bezienswaardigheid in Chichén Itzá is de piramide van Kukulcán, ook wel El Castillo genoemd. In de tijd van de Maya’s diende deze piramide als tempel voor de god Kukulcán. Het bouwwerk heeft in totaal 365 treden, wat symbool staat voor het aantal dagen in een jaar. Twee keer per jaar, bij het begin van de lente en de herfst, vallen de schaduwen op zo’n manier langs de trappen, dat de trappen op kruipende slangen lijken.
Izamal is een kleine koloniale stad waarvan vrijwel alle huizen in de stad voor een bezoek van de paus mosterdgeel zijn geverfd. In 2002 werd Izamal uitgeroepen tot een van de Pueblos Magicos van Mexico. Dit is een prijs die door de Mexicaanse Toeristenorganisatie wordt uitgereikt aan steden die een natuurlijke schoonheid, culturele rijkdom en historische betekenis hebben.
Ik was al om 8u 's morgens ter plaatse, voor de aankomst van de toeristenbussen. Bijkomend pluspunt was dat de vele verkopers nog bezig waren met het opzetten van hun standjes, zodat ik toch een paar uur bespaard bleef van hun verkooppraatjes ('only one dollar, miss'). Alhoewel ik hen uiteindelijk wel gesteund heb met het kopen van een paar koffietassen met afbeeldingen van El Castillo
Chichén Itzá is meer dan de bekende piramide. Zo vind je er ook 'pelota' veld waar een balspel gespeeld werd waarbij de bal door een kleine ring op een paar meter hoogte moest worden geworpen. Je mocht hierbij echter je handen en voeten niet gebruiken, maar enkel je ellebogen en heupen.
Ook El Caracol, een sterrenwacht, en de muur van de schedels waren indrukwekkend. Uiteindelijk liep ik er een uur of drie rond.


Het 'Convento de San Antonio de Padua' (uiteraard geel geverfd) bevindt zich in het centrum van de stad. Daar genoot ik een tijdje van de rust alvorens ik ging lunchen in het restaurant 'El Sabor de Izamal'. Daar moest en zou ik Queso Relleno proberen, een gouda kaasbol gevuld met gehakt. Lekker maar mocht iets verfijnder.
Tot slot stopte ik even in Uayma, een dorpje met een heel indrukwekkende kerk. Onderweg passeerde ik een kerkhof met fantastische muurtekeningen.

















































